De Koning als Rechter

Vertaling Mattheus 25:31-46 uit de Amsterdamse school (F. Breukelman):

Wanneer de Ζοοn des mensen zal komen ίn zijn heerlijkheid

en alle engelen met hem,
dan zal hij zitten ορ de troon zijner heerlijkheid,
en voor hem zullen al de volkeren vergaderd worden,
en hij zal hen van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt,
en hij zal de schapen aan zijn rechterzijde zetten, maar de bokken aan de linkerzijde.

I.

Dan zal de Koning zeggen tot hen, die aan zijn rechterzijde zijn:
Komt, gij gezegenden mijns Vaders
beërft het koninkrijk, dat u bereid is vanaf de grondlegging der wereld,

want ik ben hongerig geweest. en gij hebt mij te eten gegeven,

ik ben dorstig geweest. en gij hebt mij te drinken gegeven,
ik was vreemdeling en gij hebt mij geherbergd,
naakt en gij hebt mij gekleed,
ik ben ziek geweest en gij hebt mij bezocht,
ik was in de gevangenis en gij zijt tot mij gekomen.

Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden en zeggen:

Heer,
wanneer hebben wij u hongerig gezien en hebben u te eten gegeven, οf dorstig en hebben u te drinken gegeven;
wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en hebben u geherbergd, οf naakt en hebben u gekleed;
wanneer hebben wij u ziek οf in de gevangenis gezien, en zijn wij tot u gekomen?

En de Koning zal antwoorden en hun zeggen:

Voorwaar, ik zeg u,
voor zoveel gij dit een van deze mijn geringste broeders gedaan hebt,hebt ge het mij gedaan.

II.

Dan zal hij zeggen ook tot hen, die aan'de linkerzijde zijn:
Gaat weg van mij, gij verνloekten,
in het eeuwige vuur, dat de duivel en zijn engelen bereid is,

want ik ben hongerig geweest. en gij hebt mij niet te eten gegeven,

ik ben dorstig geweest en gij hebt mij niet te drinken gegeven,
ik was een vreemdeling en gij hebt mij niet geherbergd,
naakt en gij hebt mij niet gekleed,
ziek en in de gevangenis en gij hebt mij niet bezocht.

Dan zullen ook zij antwoorden en zeggen:
Heer,
wanneer hebben wij u hongerig gezien οf dorstig οf een vreemdeling οf naakt
οf ziek οf in de gevangenis gezien, en hebben u niet gediend?

Dan zal hij hun antwoorden en zeggen:

Voorwaar, ik zeg u,
voor zoveel gij het niet aan een van deze geringsten gedaan hebt, hebt ge het ook mij niet gedaan.

Εn deze zullen gaan in de eeuwige pijn,

maar de rechtvaardigen ίn het eeuwige leven.
===================================================================
Het bovenstaande stuk (Mattheus 25) laat zien hoe de Amsterdamse school te werk gaat.
Ik laat dit zien omdat er vaak een verrassende uitleg gevonden wordt.
Men hecht veel belang aan de literaire structuur.
Verbindingswoorden spelen daarbij een rol.

Het stuk is opgebouwd uit 4 delen.

Een inleiding, 2 stukken die een bepaalde symmetrie hebben en een afsluitende zin.

Bij Dan wordt telkens iets nieuws ingezet.

Gedeelte 1 kent: dan dan en (dus geen dan)
Gedeelte 2 kent: dan dan dan
===============================================
Jezus wordt bij Mattheus afgeschilderd als rechter (OT Richter).
Het ‘particuliere’ verhaal dat zich geheel binnen Israël afspeelt, heeft universele betekenis.
Ja dat is geen wetenschap, maar ‘bijbeltaal’.

Wanneer de Ζοοn des mensen zal komen ίn zijn heerlijkheid
en alle engelen met hem,

dan zal hij zitten ορ de troon zijner heerlijkheid,

en voor hem zullen al de volkeren vergaderd worden,
en hij zal hen van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt, 
en hij zal de schapen aan zijn rechterzijde zetten, maar de bokken aan de linkerzijde. 
===================================
Beetje van mij en het meest van Breukelman, maar Mattheus (jonge gemeente 1-2 eeuw) schrijft het natuurlijk:

Jezus hier als Zoon van mensen

(Ik vul aan zoon betekent toekomst).
Deze mens heeft door zijn optreden in Israël een ereplaats (heerlijkheid) en alle engelen met hem.
Dus ‘bekrachtigd’ uit de hemel (de hemel is altijd gericht (bezig met) de aarde en dat is de taak van ‘engelen’ = angelos=boodschappers ).

Hij gaat zitten (beeld van de rechter).

Alle volkeren, dus het verhaal is universeel bedoeld.
Hij mag (en zal) scheiden.
Breukelman verwijst hier naar Ezechiel 34:17,22
Schapen aan ZIJN rechterzijde (goede kant), bokken aan de DE linkerzijde.
Jezus heeft niet een ZIJN linkerzijde. Dat wordt later nog duidelijk.

Er is een relatie met Mattheüs 16:27 Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader, met Zijn engelen, en dan zal Hij ieder vergelden naar zijn daden.
Maar in 25:31 klinkt het zijn heerlijkheid en alle engelen met hem. Jezus is werkelijk God-met-ons.

In het 1ste gedeelte gaat het om de rechtvaardigen, die gediend hebben de ellendigen en hulpbehoevenden , die Jezus zijn broeders noemt en zo hebben ze hem gediend.

Hier zie je het anti-religieuze, het gaat er om de mensen te dienen en zo dienen wij God.

Maar Jezus komt om te richten, hij zal zich over die schapen als herder bekommeren. Er wordt recht gedaan aan de verdrukten.

Jezus als Koning zegt Ja tegen degenen aan zijn rechterkant, dat ook inhoudt een nee voor de bokken aan de linkerkant.
Die aan de rechterkant zullen als gezegenden het koninkrijk beërven dat al vanaf het begin zo bedoeld is.

De rechtvaardigen antwoorden verbaasd, wanneer hebben wij u zo gezien. Het anti-religieuze antwoord volgt, in 1 van deze mijn geringste broeders (Ps de lat ligt niet hoog).


Het tweede gedeelte wijkt af. 3 x het woord dan. Er is bij de 3x keer ‘dan’ ook geen vervolg (zoals bij het eerste gedeelte met en), maar er wordt gezegd dat het afwijkt. Er is n.l. niet aan 1 van die geringste iets gedaan en daarom is er ook niets aan Jezus gedaan. (Ook hier ligt de lat niet erg hoog, maar 1).


Maar wie zijn dat die vervloekten, die gaan in het eeuwige vuur en pijn? Het zijn de duivel en de engelen.

Mattheüs 25:41 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is.
Dit is niet de plek die voor mensen is bestemd, voor hen is hier geen plek gereserveerd. 
Jezus heeft alleen een (zijn) rechterkant.


Breukelman wijst erop dat Mattheus 25:31-46 een eschatologische doorkijk is.

Hierin zal Jezus alle gerechtigheid in de toekomst vervullen.

Het kan niet verteld en gehoord worden zonder uit te leggen welke gerechtigheid hij in zijn reeds gedane optreden heeft vervuld.

Hier zouden we een exegese van Matteüs 18 moeten doen.
Het blijkt dat door af en toe een tekst eruit lichten, de eenheid die Matheus heeft gemaakt, anders totaal vertroebeld wordt.

https://nicdebee.blogspot.com/p/de-heer-als-knecht-de-knecht-als-heer.html
(http://fransbreukelman.nl/bestanden/201 ... e_bede.pdf)

Jezus stelt zich als rechter zelf in het het gericht.


(Boek bijbelse-theologie-iii-2-de-koning-als-richter op bol.com)