Opstandingsverhalen

Ik besef me dat het bespreken van de opstandingsverhalen een gevoelig thema is.
Hier raak je de kern van het christelijk geloof: de Heer is waarlijk opgestaan!

Nu denk ik dat we minder angstig moeten zijn, de evangelisten zijn er n.l. helemaal op uit om deze boodschap te verkondigen.

De vraag is wel, hoe doen ze dat dan en waar zitten de overeenkomsten en de verschillen.

Marcus (als oudste evangelie)

(Vanaf  Mc. 15:42)
Jozef van Arimathea legde Jezus voor de sabbat in een rotsgraf en wentelde een steen voor de ingang.
Maria Magdalena en Maria de moeder van Joses zagen het.
Na de sabbat gaan Maria van Magdalena, Maria de moeder van Jacobus en Salome naar het graf om het lichaam te zalven. Vragen zich af wie de steen zal wegrollen. Steen was weggerold, in het graf een jongeman in een wit lang gewaad gekleed, die zegt: Hij is opgewekt! Hij is hier niet. Zeg tegen de discipelen dat Jezus jullie voorgaat naar Galilea, daar zullen ze Hem zien.
De vrouwen zeiden tegen niemand iets, want zij waren zeer bevreesd.
Hierna volgt een gedeelte dat door de bijbelwetenschap als een latere toevoeging wordt gezien:
(Vanaf Mc. 16:9) Jezus verscheen aan Maria en aan twee anderen in een andere gedaante... (2 getuigen maken volgens de Joodse wet iets betrouwbaar), maar de discipelen geloofden hen niet. Daarna geopenbaard! aan de elf en krijgen verwijt voor hun ongeloof van de mensen die wel hadden gezien...
Bekijken we nu het toegepaste literaire schema van Mc. 16:
vers 5 Zij ingaande in het graf (ontsteltenis)
vers 6    Hij is opgewekt
vers 8 Zij uitgaande uit het graf (siddering en ontzetting)
In vers 7 staat nog de oproep om naar Galilea te gaan. Is dit een verwijzing om weer vanaf Mc. 1 te gaan lezen waar de leerlingen hem volgde of is dit een verwijzing naar hun oude ‘normale’ bestaan.
Ook Petrus mag meedoen ondanks zijn verloochening van Jezus. De weg van Jezus van Galilea naar Jeruzalem is geen doodlopende weg, maar een weg ten leven.

De jongeman uit Markus 14 vinden we weer terug in Marcus 
(Markus 14:51 En een zekere jongeman, die een linnen kleed om het naakte lichaam geslagen had, volgde Hem, en de jongemannen grepen hem,
52. maar hij liet het linnen kleed achter en vluchtte naakt van hen weg.
Markus 16:5 En toen zij het graf ingegaan waren, zagen zij aan de rechterzijde een jongeman zitten, gekleed in een wit, lang gewaad, en zij waren ontdaan.)

Hier wordt volgens exegeten het doopritueel van de vroege kerk mee uitgebeeld. De dopeling werd naakt gedoopt en kreeg daarna witte kleren als teken van die doop. Deze jongeman vinden we niet bij de andere evangelisten.

Mattheus

Dit is heel gedetailleerd uitgewerkt in https://nicdebee.blogspot.com/p/efinale-van.html
(Vanaf Mt. 27:57)
Het begin is gelijk aan Marcus, na de sabbat ontbreekt de moeder van de zonen van Zebedeus (volgens Breukelman met opzet, omdat zij als moeder van Jacobus en Johannes om een ereplaats had gevraagd).
Mattheus voegt het verhaal over het Sanhedrin twee keer toe.
Mattheus voegt ook het verhaal van de engel toe die de steen voor het graf wegrolt. 
De ontmoeting met de vrouwen is voor het graf en niet in het graf.
De bewakers worden als doden en de dode wordt de levende. De engel doet nu weer de oproep voor de discipelen om naar Galilea te gaan, daar zullen ze Hem zien. Daarna volgt de ontmoeting met de opgestane Jezus. Jezus herhaalt de oproep voor de discipelen om naar Galilea te gaan. Nu geen zwijgzaamheid bij de vrouwen en bij de discipelen geen ongeloof.

Mattheus baseert zich compleet op Marcus maar maakt een aantal specifieke veranderingen om zijn boodschap nog beter te kunnen overbrengen. 
(Maar wij, westerlingen houden niet zo van verschillen 🤔.)

Lucas

(Vanaf Lc. 23:49)
Het begin is ook weer gelijk aan Marcus, hoewel er geen namen van de vrouwen genoemd worden.
Geen jongeman of engel, maar twee mannen in blinkende gewaden.
(Lukas 9:30 En zie, twee mannen spraken met Hem; het waren Mozes en Elia.)
De vrouwen worden niet geloofd door de apostelen en Petrus ging naar het graf en vond alleen de linnen doeken en verwonderde zich.
Twee van hen (kring rond de discipelen) ontmoeten Jezus bij Emmaus, verwijderd van Jeruzalem. Jezus verwijst ze terug naar Mozes en alle profeten. Ze keren terug naar Jeruzalem (uit de ballingschap). Kort daarna verschijnt Jezus aan de discipelen en vraagt ze om in Jeruzalem te blijven (Niet naar Galilea dus).

Johannes
Johannes (als enige) laat naast Jozef van Arimetha ook Nicodemus zich over het lichaam van Jezus bekommeren door het in een hof te leggen (anders dan een rotsgraf).
Dit wordt uitgelegd als een verwijzing naar het hof van Eden uit Genesis en nu met Jezus en Maria als een nieuwe Adam en Eva.
Johannes noemt alleen Maria die bij het graf is en later zullen Petrus en Johannes zelf een bezoek brengen aan het graf.
Maria heeft een ontmoeting met twee engelen en gelijk daarna met de opgestane Jezus.
De twee engelen zullen nu de weg versperren naar de dood en niet meer zoals de cherubs in de hof van Eden de weg naar het leven.

======================================================================= 
Je ziet, er zitten verschillen in de verhalen, de evangelisten willen hiermee een eigen invalshoek benadrukken. Dat is lastig voor een 'westerse' denker die een verhaal als historisch waar of niet waar wil bestempelen. Hiermee gaan gelovigen en niet-gelovigen dus op een gelijke wijze om met de bijbel. Alleen haken de laatsten gedesillusioneerd af ("Dat kan toch niet!"). Zij zitten dichter bij de waarheid dan ze denken: de bijbel beschrijft hier m.i. zaken die niet kunnen, maar van Godswege wel. 
Dit vergt geloof, maar niet in een dood lichaam dat het opnieuw gaat leven. Paulus schrijft overigens als eerste (!) over de opstanding (1 Kor. 15), maar m.i. nooit over een leeg graf. De evangeliën zijn van latere periode. Hij beschrijft wel hoe hij dat opstandingslichaam voor zich ziet.
Tevens zegt hij: "En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof.".

Bonhoeffer zegt:

De opstanding van Jezus Christus vraagt geloof. Alle berichten, hoe uiteenlopend zij overigens het gebeurde en beleefde ook zijn, stemmen in één ding overeen, dat de Opgestane zich niet aan de wereld, maar alleen aan de zijnen vertoont. Hij wil geloofd, gepredikt en weer geloofd zijn.
Dus ja de kern van het christelijk geloof: de Heer is waarlijk opgestaan!

Zie ook:

https://www.nicoriemersma.nl/storage/blog/De_opstanding_van_Jezus.pdf

Of luister (Ds. Ad van Nieuwpoort over Lucas 24):