Jozua
Deze pagina is met behulp van de boeken van Karel Deurloo en Klaas Spronk opgesteld.
Inleiding
(Klaas Spronk:)
Aan het einde van het boek Jozua wordt de geschiedenis vanaf Abram nog eens opgesomd.
Niet voor niets speelt zich die slotscène af in Sichem, de plaats waar Abram het eerst halt hield en een altaar bouwde.
Met de gave van het land is nu definitief de belofte aan de aartsvaders ingevuld.
===================================================
Men beschrijft vooraf al zaken alsof men in het land is, hoewel de intocht nog moet starten.
Uitspraken zoals 'tot op de dag van vandaag' (Joz 6,25; Joz 7, 26) suggereren een afstand in de tijd en geven het gevoel dat dit boek, zoals zovele boeken in de Bijbel geen ooggetuigenverslag is, maar afstamt uit een latere tijd.
Jozua kan moeilijk (net zoals Mozes) zijn eigen dood beschrijven (24:29).
Het land dat wordt gegeven doet denken aan de tuin die beschreven is in Genesis 2 als de hof van Eden.
Ook de belofte aan Abraham klinkt door mbt een nageslacht (zaad) als de sterren van de hemel en de korrels van het strand,
die als zegen zijn voor alle naties van de aarde.
De ballingschap hierboven al genoemd bij 2 Kon. is een historische uittocht.
De redacteuren te Babel hebben het in Jozua over een profetische (zoals het moet zijn volgens de Torah) intocht.
Hierin is de kennis van de uittocht al in verwekt.
Vermoedelijk is het boek Jozua geschreven tijdens de Babylonische ballingschap waarbij de schrijver(s) geconcentreerd waren op de vraag hoe men ooit in het land Kanaän terecht was gekomen en hoe men ook weer uit het land Kanaän verdreven was geworden.
Het boek Jozua geeft als antwoord dat God opkomt voor zijn volk, maar dat het volk Hem soms ontrouw is en daardoor zelf verantwoordelijk is voor zijn ondergang.
Het boek tracht de hoop uit te spreken dat God opnieuw voor zijn volk zal kiezen als zij zich houden aan zijn wet.
De profetische inslag van het boek Jozua is niet te miskennen.
De ontstaansgeschiedenis van het boek Jozua is vermoedelijk de volgende:
Vele verhalen uit het eerste deel van Jozua hebben op zichzelf bestaan.
Vele verhalen vertellen de oorsprong en de betekenis van een teken in het landschap.
Dit materiaal, alsook administratieve lijsten met steden en grensbeschrijvingen, moet verzameld zijn door de schrijver uit de vroege koningstijd voor de beschrijving van de verovering van het land.
Deze datering is met alle terughoudendheid gebaseerd op de nadruk op de eenheid die pas onder koning David werd bereikt.
Dit materiaal werd gebruikt in het Deuteronomische geschiedwerk waarin het accent vernieuwd is, namelijk: aandacht voor de wet en de juiste plaats voor de eredienst.
Tijdens de Babylonische ballingschap worstelt de geschiedschrijver met de vraag waarom alles zo gelopen is.
In Jozua vinden we dit terug in passages waarin de bijstand van de Heer gekoppeld wordt aan de gehoorzaamheid van Israël.
Vooral Jozua 23 suggereert dat het volk zich zal laten meeslepen door andere volken en zo het onheil over zichzelf zal brengen.
Ondanks het feit in het boek Jozua oude verhalen, administratieve lijsten en andere zijn gebruikt, geeft het boek niet de indruk een samenraapsel van teksten te zijn, maar komt de eigen structuur van het boek duidelijk en doordacht naar voren.
Dit is te wijten aan het werk van de oudtestamentische redactor.
(Terug naar Klaas Spronk)
Het boek Jozua bestaat uit twee delen, die elk op hun eigen manier zijn opgebouwd.
Het eerste deel beschrijft de intocht in het land.
Dat gebeurt in een voortgaande, chronologische lijn. Dat is logisch. Bij nader inzien gaat het echter allemaal wat anders dan verwacht. Veel mensen denken bij het boek Jozua aan een niets ontziende veroveringsoorlog.
Maar voordat er echt van oorlogshandelingen sprake is, zijn we al voorbij de eerste helft van dit deel.
Heel uitgebreid, om niet te zeggen: omslachtig, wordt eerst Jozua getekend als opvolger van Mozes (hoofdstuk l).
Dan volgt de verkenning van het land, waarbij het land zelf niet in zicht komt, omdat het woord van Rachab genoeg is (2).
Voetje voor voetje trekt men dan de Jordaan over (3,4).
Vervolgens noemt men ruim de tijd voor de besnijdenis en de viering van her Pascha (5).
Eindelijk begint dan de strijd om Jericho; maar in feite is het geen belegering, maar een processie (6).
De eerste echte strijd vindt plaats bij Ai en loopt uit op een mislukking vanwege de zonde van Achan (7).
Pas in hoofdstuk 8 brandt de strijd, waarom dit boek berucht is, los.
Maar dat wordt aan het eind van dat hoofdstuk al weer onderbroken door een religieuze handeling op de Ebal* en in het volgende
hoofdstuk door de onderhandelingen met de Gibeonieten.
De eigenlijke verovering van het land wordt dan in hoofdstuk 10 en 11 omschreven en
samengevat in hoofdstuk 12.
Zo loopt het verhaal in dit eerste deel als een bal op een helling die langzaam begint te rollen en gaandeweg sneller gaat.
Dit tempo en deze structuur geven duidelijk aan waar volgens de verteller het zwaartepunt ligt:
het gaat om de Godsnaam die zijn belofte vervult, om de relatie tussen Hem en zijn volk en pas in tweede instantie om de
consequentie die dat heeft voor de relatie tussen Israël en de andere volken.
* heel historisch is dit volgens Spronk niet om dat Ebal in vijandig gebied ligt wat nog veroverd moet worden en ook erg ver van de plek
waar het verhaal zich afspeelt.
Jozua 1
Het boek staat niet op zich. Het is 1 grote compositie vanaf de Torah, waar de belofte van het land klinkt en Abraham
de piketpaaltjes al uitzet. Mozes die de wet ontvangt en zijn opvolger Jozua benoemt.
Het boek Richteren zet eensluidend in: 'En het geschiedde na de dood van Jozua...'.
Het literaire aspect kan dus niet ontkend worden, hoewel ik me kan voorstellen dat dit niet voor iedereen zo overtuigend is,
ter verzachting van de geweldsteksten. Het is ook ‘vuur’ wat we hier in handen hebben, en nationalistisch of religieus misbruik
ligt op de loer. Simpele antwoorden passen hier niet.
Ter verdediging blijf ik aanvoeren dat het geen journalistieke verslagen zijn en dat de eindredactie mede vorm wordt gegeven,
door een volk dat zelf weggevoerd is naar Babel.
Jozua 1:1 Het gebeurde (geschiedde) na de dood van Mozes, de dienaar van de HEERE, dat de HEERE tegen Jozua, de zoon van Nun, de dienaar van Mozes, zei:
Het land wordt niet genomen maar gegeven:
2. Mijn dienaar Mozes is gestorven. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen,
de Israëlieten, ga geven.
3. Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb.
Het land heeft de proportie van Genesis 2:
4. Van de woestijn en deze Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat, heel het land van de Hethieten, en tot de Grote Zee, waar de zon ondergaat, zal uw gebied zijn.
5. Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten.
Hoe wordt het land gegeven, door je te houden aan de wet (geboden):
6. Wees sterk en moedig, want ú zult dit volk het land dat Ik hun vaderen gezworen heb hun te geven, in erfbezit laten nemen.
7. Alleen, wees sterk en zeer moedig, door nauwlettend te handelen overeenkomstig heel de wet die Mozes, Mijn dienaar, u geboden heeft. Wijk daar niet van af, naar rechts of naar links, opdat u verstandig zult handelen overal waar u gaat.
8. Dit boek met deze wet mag niet wijken uit uw mond, maar u moet het dag en nacht overdenken, zodat u nauwlettend zult handelen overeenkomstig alles wat daarin geschreven staat. Dan immers zult u uw wegen voorspoedig maken en dan zult u verstandig handelen.
Het land hebben ze niet behouden, overal is straks dus ook in Babel?
9. Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat.
Zie ook https://www.denieuwebijbelschool.nl/pdf/AvN_artikelen/2010Post.pdf
De Pesach wordt gevierd gelijk als later bij Josia en daar is het vlak voor de uittocht in 2 Kon. 23:22,23. Pesach heeft verder geen rol in de tussenliggende tijd.
En dan gaat die hele stad eraan... en alle schatten van goud en zilver zijn voor de Heer.
Ja dit is lastig maar zoals eerder gezegd, het is een profetisch verhaal.
in de toespeling op een kinderoffer in het later opbouwen van Jericho, geeft te kennen dat elk leven gerespecteerd dient te worden.
Nu is er een Achan die iets van de schatten achterhoudt. Achan en zijn hele familie zal straks in het dal van Achor worden vernietigd (=achar). Achan-Achor-Achar tja er wordt weer eens gespeeld met woorden zoals Jacob bij de Jabbok worstelt.
============================================
Nu zal het volk wel even Ai innemen. Van de Heer wordt niet gesproken en niet heel het volk doet mee, nee 3000 is genoeg. En dan gaat het mis. Het land moet gegeven worden en niet genomen.
Jozua zal dan als een nieuwe Mozes (Ex 17:8) zijn speer uitstrekken en heel het volk slaan de inwoners van Ai met de ban.
Heel lastig weer zo’n gewelddadig verhaal, ze mogen zelfs de buit en het vee wegroven.
We gaan dit niet geweld niet goedpraten, maar kunnen alleen aangeven: niet historisch.
En dat denken er meer:
https://biblicalhistoricalcontext.com/conquest-of-canaan/divine-violence-the-conquest-of-canaan/
============================================
Inmiddels zijn we in hoofdstuk 9 beland, een vreemde confrontatie met inwoners van Gibeon. Zij doen net of ze van ver komen en kunnen zo een verbond sluiten. De 7 volken en hun koningen zullen n.l. allemaal het veld moeten ruimen. Gibeon als symbool van het ‘gif’ dat in het land blijft en uiteindelijk ook Israël het land weer uit zal jagen.
Zie ook
https://biblicalhistoricalcontext.com/conquest-of-canaan/joshua-10-and-11-the-problem/
============================================
Welk verhaal wint het: Lord of the Rings of Jozua...